Ik loop elke dag alleen met Prairie. En soms zorgt dat voor een gevecht in mijn hoofd.
Tot nu toe heb ik alleen in de avonden gesprekken met mensen gehad. Overdag ben ik altijd alleen. Toen ik in de loods sliep merkte ik pas hoe afhankelijk ik eigenlijk ben van mensen. Mensen voor wie ik eerst zo bang was en daarom het liefste alleen wilde zijn.
De Franse taal begint nu soms een blokkade te veroorzaken. Het is moeilijk om me verstaanbaar te maken en laat staan een gesprek te voeren. Het enige waar het dan over gaat is of ik water nodig heb en dat het heet is. Een echt gesprek zit er pas in als ik andere pelgrims tegenkom of dat er toevallig mensen Nederlands spreken. En net als in die loods, dan ben je twee dagen en een nacht helemaal alleen (dat klinkt weinig maar als je alleen tegen een ezel kunt praten is dat wel lang). En dan komen langzaam de eenzame gedachten: waar ben ik nou toch mee bezig, zie mij hier nu zitten, waarom doe ik dit, waarom voel ik me eigenlijk zo terwijl alles om me heen mooi is en goed gaat?
Ik denk dat het goed is dat er af en toe van die dagen zijn. Daar doe ik het ook voor natuurlijk. Op die momenten kan ik gelukkig bij Prairie terecht. Dat is een goede afleiding. En als je dan na enige tijd een vriendelijke ‘Bonjour!’ met Nederlands accent hoort, dat is dan echt een cadeautje!