De uitgestrekte korenvelden zorgen voor een vergezicht. De toppen van het gewas dansen speels mee met de wind. Als een warme laken van goud. Zo zacht. De klaproos, de korenbloem, de vlinder en korhoen laten het tapijt niet uitzichtloos lijken.
Allerlei soorten insecten zijn druk in de weer. Welke olie ik ook smeer, we blijven last houden van de beestjes. Zingend proberen we ze te negeren. Vijf dode vlinders heb ik in mijn schatkistje opgeborgen. Prachtige patronen en kleuren met een regenboogachtige schimmering over het geheel.
In Anglure overnachten we bij locals in de tuin: dan is het altijd feest, want meestal is er kaas na het diner. Vanuit mijn tentje hoor ik rivière L’Aube en de krekels, ze zorgen voor een aangename sound om bij in slaap te vallen.
Bonne nuit!
